Leuk recept op internet gevonden toen ik zocht op ‘groenteterrine’, het klinkt goed. Ik zal het voorgerecht maken voor ons familiediner en dit lijkt me wel wat. Terrine is altijd leuk en ziet er mooi uit. Koud te serveren en makkelijk vooraf te maken. Ook is het goed in een cakevorm mee te nemen naar Amsterdam waar het diner plaatsvindt. Daar zal ik mijn creatie – helemaal toppie natuurlijk na een paar dagen opstijven in de koelkast – in kerstsfeer onthullen. Ik zal er bescheiden en net voldoende nonchalant bij kijken.
Ik vind ook een mooie foto bij het recept, wow wat kleurig met die paprika’s en ook nog heel gezond. Alleen maar verse groenten (aubergine, courgette, drie kleuren paprika) en basilicum en mozzarella in plakjes. En kippenbouillon en 18 blaadjes gelatine. Ik heb er zin in.
Het begint met de aubergine en de courgette. ‘Trek ze met een dunschiller in dunne linten. Bestrooi ze met zout en laat ze een paar uur uitlekken in een vergiet.” Mijn dunschiller ligt al jaren te verkommeren in de keukenla en is blij met mijn nieuwe belangstelling. Ik trek geconcentreerd dunne linten – wist u dat courgette en aubergine bestaan uit heel veel linten, daar sta je nooit zo bij stil – en verzamel de stapel slierten op een bordje. De courgetteslierten blijven groen maar de aubergine begint meteen bruin te verkleuren. Zal wel niet erg zijn. Ik bestrooi alles met zout en laat ze volgens instructie een paar uur aan hun lot over in het vergiet. Door het zout zullen ze hun vocht afstoten.
De paprika’s liggen fris en vers klaar op het aanrecht. Rood, groen en geel, wat zal dat mooi worden straks. ‘Bestrijk de paprika’s met olijfolie en zet ze op 180 graden in de oven tot de de schil bijna zwartgeblakerd is.’ Ok, duidelijk. De tijd die dit gaat kosten staat er niet bij. Ik kwast royaal olijfolie over de paprika’s en zet ze in een ovenschaal in de voorverwarmde oven. Dit kan niet misgaan. Na 30 minuten neem ik de stand op, maar ze zien er nog niet bepaald zwartgeblakerd uit. Ze lijken me nog erg vief en vrolijk. Nog 30 minuten erbij dan maar? Na een kwartiertje doe ik voor de zekerheid de oven even open om goed te kijken. Door de luchtstroom verschrompelen de eerst nog stoere paprika’s ineen tot scheve, sneue hoopjes. Waar is hun frisheid en versheid gebleven? Ik haal ze uit de oven. Dit moet genoeg zijn.
‘Laat de paprika’s afkoelen in een gesloten plastic zak, halveer ze dan en verwijder de zaadjes en zaadlijsten. Snij ze in brede plakken.’
Ik schep de verschrompelde paprika’s in een plastic zak, knoop die dicht en hoop er het beste van.
Nu eerst maar eens die uitgelekte groentelinten grillen.
Ik bestrijk de nog steeds wat kleffe groentelinten met olijfolie en rooster ze in de grillpan. ‘Rooster ze beetgaar in de grillpan en laat ze opdrogen op keukenpapier.’ Ik schep de groenige slierten courgette en de bruinige auberginelinten om en om in de grillpan. Dan kiep ik ze op keukenpapier om te drogen. Ik heb haast, ik moet door met de paprika.
Sorry, maar het is echt geen doen met die paprika’s. Volgens de instructie moet ik ze nu gemakkelijk kunnen ontvellen, maar alles is verschrompeld en alles plakt en de paprika’s zitten vol losse zaadjes. Hier is niks mee te beginnen, hoe kan ik hier ooit ‘brede repen’ van snijden?
Het is tijd voor Plan B, zoals mijn man van tevoren adviseerde. Ik besluit tot een snelle rit naar de supermarkt voor een pot geroosterde paprika’s. Die kan ik ook vast wel gebruiken in de terrine. Ik vind er zelfs twee potten, zowel gele als rode paprika’s, geroosterd en wel. Ze zien er een stuk beter uit dan mijn schrompelpaprika’s.
Thuis spoel ik de potpaprika’s uit in het vergiet, zodat de toegevoegde azijn, suiker en andere middelen verdwijnen. En dan snijd ik ze in brede plakken. Ik ben er klaar voor!
Nog even de kippenbouillon maken, de 18 blaadjes gelatine oplossen, de twee bollen mozzarella in ‘nette plakken’ snijden, de verse basilicum klaarzetten, het is een eitje na de frustrerende paprika-stress.
En dan mag ik eindelijk de cakevorm gaan vullen: ik bekleed de bodem en de zijkanten met afwisselend repen rode en gele paprika, daarna vul ik de vorm met laagjes courgette- en aubergineslierten, afgewisseld met plakken mozzarella en basilicum, en tot slot giet ik de vorm vol met kippenbouillon met gelatine.
Vier uur na de start zet ik de terrinevorm in de koelkast. Het ziet eruit alsof het gelukt is. Het kleurige groentenplaatje lijkt toch aardig te kloppen met de werkelijkheid.
Nu nog afwachten hoe hij uit de vorm komt en hoe hij smaakt. Maar dat zit vast wel goed.
Ik heb in ieder geval mijn project Kerstterrine afgerond.
Met pijn in mijn rug en mijn voeten plof ik in een stoel, toch tevreden.
Gelukkig is het maar eens per jaar Kerstmis.