Energievreters

Een nieuwe baan behoort niet voor niets tot de ‘life changing events’. Ga maar na: een nieuwe werkomgeving, nieuwe collega’s, een nieuwe bedrijfscultuur, nieuwe procedures.
Alles wat vertrouwd was, is geschiedenis geworden. In je eigen gedachten blijft die geschiedenis belangrijk, maar veel anderen vinden niet zo relevant hoe je het vroeger deed of wat toen erg handig was. Het gaat vooral om het nu en de toekomst, het gaat om oppakken, aanlopen, aanvliegen, insteken, dichttimmeren en uiteraard ook nog borgen. En dat alles graag met een positieve insteek en met een mooie stip op de horizon.

Het leuke is wel dat op mijn nieuwe werkplek veel oude collega’s nog terug te vinden zijn, omdat we met een hele groep zijn opgegaan in de nieuwe, grotere organisatie. Dat schept een band die leidt tot groepsvorming bij de koffieautomaat, blije herkenning van collega’s die je vroeger niet zo opvielen, delen van gevoelens van enerzijds onzekerheid over hoe het hier werkt en anderzijds optimisme en vertrouwen dat het ‘even tijd nodig heeft’.

Toch zijn er momenten dat ik overvallen wordt door een ontheemd gevoel. Waar ben ik terecht gekomen, hoe werkt het hier? Ik voel me als een kind dat tijdens het schooljaar op een nieuwe school moet beginnen en de weg nog niet weet. Onopvallend probeer ik af te kijken hoe anderen zich bewegen in het woud van digitale en papieren procedures die hier gelden. De korte lijnen waarlangs ik vroeger werkte lijken een sprookje uit lang vervlogen tijden.
Maar hoe liggen hier dan de machtsverhoudingen, met wie kun je zaken regelen, wie kan me vertellen hoe hier de hazen lopen? En, nog belangrijker: waar lopen hier de olifantenpaadjes die het mogelijk maken om – buiten de formele, trage procedures om – toch snel iets te kunnen regelen?

Soms wordt ik bevangen door moedeloosheid over paarse krokodillen. Ze bestaan echt. Je hebt bijvoorbeeld mensen die iets voor je willen regelen maar dat gewoon niet kunnen. Ze leggen uiterst vriendelijk en geduldig uit dat ze het wel aan ‘de tweede lijn’ kunnen doorspelen. En wat die tweede lijn dan precies is, kunnen ze niet goed uitleggen. In ieder geval zijn zij dat zelf niet. Of ze beloven dat ze om 15.00 uur zullen bellen en dan bellen ze gewoon niet. Uiteindelijk ga je dan maar zelf bellen en dan blijken ze die middag vrij te zijn. Of je krijgt de automatische melding dat je verzoek wordt verwerkt in een registratiesysteem en binnen drie dagen wordt afgehandeld. Vraag je na drie weken vertwijfeld aan een collega hoe het mogelijk is dat het nog steeds niet is geregeld, dan krijg je te horen dat die drie dagen alleen maar de streeftermijn is.

Op sommige plekken tref ik hele groepen paarse krokodillen aan. Ik bezin mij nog op de beste strategie. Mij in de groep krokodillen storten zal me lelijk opbreken. Krokodillen – ook paarse – zijn gevaarlijke dieren die je kunnen vermorzelen in hun procedures. Of misschien word ik zelf ook een paarse krokodil als ik te dichtbij kom? Die andere krokodillen waren vast ook niet van plan zo terecht te komen toen ze als kind gevraagd werd wat ze later wilden worden.

Nee echt, ik heb er nog wel zin in, en mijn collega’s zijn allemaal aardig en collegiaal, maar ik word af en toe zo moe. De hoeveelheid werk is groot, groter, grootst en ik heb al diverse slangenkuilen en wespennesten ontdekt waar ik vooral niet in terecht wil komen.
Elke keer als ik ergens te horen krijg dat iets niet kan gewoon omdat het niet kan omdat het niet past in het beleid van afdeling a en dat sowieso hiervoor eerst afdeling y akkoord zou moeten gaan met aanpassing van procedure z – los van of datgene wat ik wil op zich een zinvolle actie zou kunnen zijn – voel ik de energie uit me weglopen en word ik heel moe en verlies ik bijna de moed om ooit nog met een idee te komen.

Maar toch liggen in dit gevarieerde landschap ook mooie meren en bossen en geurende bloemenweiden, waar enthousiaste mensen van de inhoud gemotiveerd, zonnig en blij werken aan mooie doelen en projecten (echt waar!)
De uitdaging is om te zorgen dat ik het beste uit alle werelden combineer, dat ik mij op een veilige en effectieve manier nestel in deze nieuwe setting.

Veel om me heen kijken, de bedrijfscultuur snappen en me aanpassen zonder mijzelf te verliezen, dat is het devies. Zo heb ik al gemerkt dat op de ene plek gebruikelijk dat je alleen voor jezelf koffie haalt, op de andere ga je eerst de hele afdeling langs om de bestelling op te nemen. (Dat kan betekenen dat je 10 kopjes koffie, cappuccino, expreschoco, heet water, koud water en misschien ook nog zwarte thee of iets anders moet uitserveren in een multibekerhouder.) Het is dus handig om eerst even te checken hoeveel mensen aanwezig zijn voordat je zo’n sociale actie onderneemt. Ik moet toegeven dat ik al een paar keer heel egoistisch alleen voor mezelf een plastic bekertje cappuccino heb getapt en daarmee snel achter mijn bureau ben gaan zitten, maar ik voelde me toen wel schuldig. Nou ja, een beetje dan.

Soms gebeuren er ook mooie dingen. Een paarse krokodil die ineens aaibaar blijkt, een probleem dat zomaar op onverklaarbare wijze verdwijnt, een leuk gesprek met een nieuwe collega, een nieuw inzicht hoe je in deze organisatie iets kunt bereiken en dat het dan ook lukt!

Het blijft mensenwerk, dat houd ik mijzelf maar voor. Op mijn laconieke momenten zie ik de humor en weet ik dat alles went, ook dit. Op mijn sombere momenten voel ik mij wegzakken in een energievretend moeras van bureaucratie en onbegrijpelijke drempels.

Het was op zo’n moment dat ik besloot ik dit blog te gaan schrijven en ik voel me alweer een stuk beter. Ik heb lekker opgeschreven wat ik zelf wilde, met naast mijn laptop een grote cappuccino, helemaal alleen voor mijzelf gemaakt. En nergens een krokodil te bekennen.

Plaats een reactie

Christine Kliphuis